☰
Glosbe
Glosbe
Log in
The most popular queries in the dictionary.
This is a list of the 0-1000 queries to the Dutch-Polish dictionary.
It is updated monthly.
1:
lekker
2:
onderwerp
3:
voorletter
4:
gebruikersnaam
5:
gefeliciteerd
6:
verkocht
7:
voorschot
8:
scheldwoord
9:
huisvesting
10:
toeslag
11:
godverdomme
12:
melding
13:
kenmerk
14:
net
15:
voorkomen
16:
omschrijving
17:
bedrag
18:
vervangen
19:
volgen
20:
voornaam
21:
afhalen
22:
dank u wel
23:
alles goed
24:
hoewel
25:
eigenlijk
26:
achternaam
27:
vervaldatum
28:
BTW-nummer
29:
schatje
30:
Ik hou van je
31:
dank je wel
32:
gefeliciteerd met je verjaardag
33:
met vriendelijke groeten
34:
inhouding
35:
stellen
36:
opleiding
37:
voorkeur
38:
kabeljauw
39:
vanaf
40:
voorraad
41:
welterusten
42:
ophalen
43:
bezorgen
44:
te betalen
45:
mevrouw
46:
onderhoud
47:
bieden
48:
woonplaats
49:
erg
50:
overzicht
51:
salaris
52:
ontvangen
53:
vergoeding
54:
gewoon
55:
terecht
56:
vervelend
57:
zaterdag
58:
groetjes
59:
toevoeging
60:
slaapkamer
61:
beschikking
62:
door
63:
gezellig
64:
voor
65:
stevig
66:
spoelen
67:
even
68:
bedankt
69:
geboortedatum
70:
roepnaam
71:
degelijk
72:
onbekend
73:
volgende
74:
optreden
75:
graag gedaan
76:
verder
77:
storing
78:
koelvloeistof
79:
huidig
80:
verdomme
81:
aan
82:
bij
83:
behandelen
84:
gelijk
85:
van
86:
wel
87:
opdracht
88:
brengen
89:
uitspraak
90:
zonder
91:
groeten
92:
zullen
93:
verwijderen
94:
klootzak
95:
vast
96:
halen
97:
naar
98:
aanvraag
99:
Ik hou van jou
100:
op
101:
aanleiding
102:
verlof
103:
nauwelijks
104:
betaald
105:
grijs
106:
vooral
107:
verslag
108:
redelijk
109:
behandeling
110:
duidelijk
111:
geweldig
112:
medewerker
113:
tenzij
114:
het
115:
toelichting
116:
proost
117:
soepel
118:
ongeveer
119:
aanslag
120:
aangeven
121:
betrokken
122:
lief
123:
wasverzachter
124:
fijne
125:
bevestigen
126:
n.v.t.
127:
meer
128:
voldoende
129:
katoen
130:
uiterlijk
131:
verbruik
132:
verrekenen
133:
steken
134:
laten
135:
zorgen
136:
pensioen
137:
mooie
138:
raken
139:
krijgen
140:
uitvoeren
141:
bezig
142:
graag
143:
alstublieft
144:
groot
145:
overleg
146:
goedemorgen
147:
Dhr
148:
zijn
149:
indien
150:
als
151:
meteen
152:
dan
153:
reden
154:
voorstellen
155:
afspraak
156:
verklaring
157:
houden
158:
vandaag
159:
toch
160:
bevestiging
161:
voorbij
162:
leuk
163:
liefde
164:
mededeling
165:
terwijl
166:
opslag
167:
worden
168:
geven
169:
zoals
170:
zodat
171:
geslacht
172:
mooi
173:
immers
174:
weer
175:
voorlopig
176:
aantal
177:
uitkering
178:
zetten
179:
lieverd
180:
bestuurder
181:
veel plezier
182:
belang
183:
lijken
184:
gescheiden
185:
werknemer
186:
algemeen
187:
opgeven
188:
voordeel
189:
aanvragen
190:
pas
191:
onderzoek
192:
schade
193:
bestaan
194:
tegen
195:
bier
196:
blik
197:
vloeken
198:
uiteraard
199:
binnen
200:
genieten
201:
zeker
202:
heerlijk
203:
voorzien
204:
gelukkige verjaardag
205:
blijken
206:
Tot ziens!
207:
steeds
208:
geschikt
209:
afzender
210:
flink
211:
trekken
212:
handtekening
213:
gaan
214:
vestiging
215:
beleid
216:
opnemen
217:
heel
218:
vertrekken
219:
gebruik
220:
opslaan
221:
verlegen
222:
bijzonder
223:
dat
224:
buiten
225:
hoi
226:
bijdrage
227:
helemaal
228:
doorgaan
229:
gelden
230:
wasmiddel
231:
vordering
232:
zondag
233:
dicht
234:
welkom
235:
verlangen
236:
betrekking
237:
maar
238:
vanwege
239:
beroep
240:
zodra
241:
druk
242:
hallo
243:
blijven
244:
aankomen
245:
voeren
246:
dienst
247:
rijbewijs
248:
namelijk
249:
volledig
250:
waar
251:
inmiddels
252:
gehuwd
253:
vieren
254:
liggen
255:
centrifugeren
256:
beslissing
257:
geen
258:
beschouwen
259:
nuttig
260:
prachtig
261:
vermoeden
262:
opstellen
263:
aannemen
264:
trouwens
265:
verkeer
266:
rechtbank
267:
nog
268:
elkaar
269:
daarna
270:
verwijzen
271:
herstel
272:
veranderen
273:
bevallen
274:
laat
275:
hoe gaat het
276:
eenvoudig
277:
belangrijk
278:
ondanks
279:
vlak
280:
opschieten
281:
eerlijk
282:
eens
283:
kwijt
284:
gedurende
285:
besteden
286:
verliezen
287:
vervolgens
288:
sterkte
289:
vermogen
290:
aantrekken
291:
over
292:
draaien
293:
verzoek
294:
vertellen
295:
voorwaarde
296:
telkens
297:
boete
298:
verstrekken
299:
gevolg
300:
beleven
301:
kiezen
302:
vaststellen
303:
opzetten
304:
beseffen
305:
goedenavond
306:
straks
307:
aansluiten
308:
met
309:
ook
310:
vallen
311:
uit
312:
meestal
313:
weg
314:
weigeren
315:
zin
316:
verdwijnen
317:
karbonade
318:
proficiat
319:
stof
320:
bewaren
321:
lopen
322:
koffie
323:
blij
324:
ruiken
325:
bedrijf
326:
kunnen
327:
aandacht
328:
wijzen
329:
stoer
330:
behoorlijk
331:
handhaving
332:
pakken
333:
opzeggen
334:
verkeerd
335:
dienen
336:
naam
337:
geheel
338:
afgelopen
339:
vinden
340:
verhaal
341:
aangezien
342:
al
343:
raden
344:
uitgaan
345:
ontstaan
346:
meenemen
347:
wegen
348:
aangifte
349:
aanspreken
350:
juist
351:
roepen
352:
varen
353:
uiteindelijk
354:
afnemen
355:
pesten
356:
schelen
357:
leeftijd
358:
zorg
359:
verzekering
360:
wringen
361:
opvallend
362:
een
363:
ruim
364:
maken
365:
horen
366:
geldig
367:
bereiken
368:
loonstrook
369:
zeggen
370:
boos
371:
durven
372:
antwoord
373:
spullen
374:
ruilen
375:
dankjewel
376:
laag
377:
klacht
378:
treffen
379:
staan
380:
beterschap
381:
daar
382:
zenuwachtig
383:
bepaald
384:
slaan
385:
onderdeel
386:
beschikbaar
387:
leiden
388:
koppeling
389:
aandoen
390:
want
391:
ophouden
392:
fijn
393:
mogen
394:
dragen
395:
of
396:
herstellen
397:
inderdaad
398:
veroorzaken
399:
tevens
400:
bevorderen
401:
voorstel
402:
bewegen
403:
alleenstaand
404:
invoeren
405:
eisen
406:
uitvoering
407:
bepalen
408:
donderdag
409:
hoer
410:
huis
411:
echter
412:
ontbijt
413:
helaas
414:
prestatie
415:
vermijden
416:
geloven
417:
kut
418:
gesloten
419:
vak
420:
slag
421:
baan
422:
postbus
423:
zwijgen
424:
toen
425:
voldoen
426:
tegelijk
427:
vrolijk
428:
begeleiding
429:
overheid
430:
enkel
431:
bericht
432:
afspreken
433:
inhoud
434:
kwark
435:
dwingen
436:
wennen
437:
verdriet
438:
gehakt
439:
inzicht
440:
actieradius
441:
alvast
442:
betreffen
443:
bestemming
444:
rustig
445:
om
446:
slagen
447:
afsluiten
448:
overlast
449:
voortaan
450:
behoefte
451:
regeling
452:
zakken
453:
spannend
454:
veilig
455:
beroepen
456:
aanvaarden
457:
delen
458:
verlaten
459:
heen
460:
moeten
461:
zaak
462:
wijzigen
463:
vakantie
464:
opvallen
465:
schelden
466:
heten
467:
streek
468:
dus
469:
statiegeld
470:
aard
471:
kop
472:
belangstelling
473:
overeenkomst
474:
dergelijk
475:
kruiden
476:
reeds
477:
gemeente
478:
stuk
479:
verlopen
480:
alleen
481:
blazen
482:
zelfstandig
483:
vervelen
484:
keuring
485:
gieten
486:
liegen
487:
loon
488:
handig
489:
omgaan
490:
instelling
491:
bekeuring
492:
vaak
493:
omgeving
494:
geval
495:
vragen
496:
oversteken
497:
uitmaken
498:
kwaad
499:
echt
500:
aanbieden
501:
beheersen
502:
slagroom
503:
volgens
504:
komen
505:
boodschap
506:
tegenwoordig
507:
aanwezig
508:
gebruiken
509:
scheiden
510:
beweren
511:
gauw
512:
gegevens
513:
opleveren
514:
overigens
515:
nauwkeurig
516:
verdienen
517:
kwetsbaar
518:
beslag
519:
haar
520:
tijdens
521:
bekend
522:
ergens
523:
wanneer
524:
verwerken
525:
uitkomen
526:
fonetisch
527:
ernstig
528:
andijvie
529:
bescheiden
530:
wachtwoord
531:
bak
532:
waarschijnlijk
533:
aldus
534:
eng
535:
maatregel
536:
korting
537:
leven
538:
vertrek
539:
benaderen
540:
lezen
541:
nemen
542:
bijhouden
543:
pot
544:
brandstof
545:
daarom
546:
hebben
547:
liever
548:
bezwaar
549:
bovendien
550:
terug
551:
schuiven
552:
karnemelk
553:
zomaar
554:
gevaarlijk
555:
beslissen
556:
maat
557:
licht
558:
doen
559:
veel
560:
besluiten
561:
vergeten
562:
Heel erg bedankt
563:
verzoeken
564:
goedendag
565:
tevreden
566:
onder
567:
versturen
568:
leggen
569:
beschikken
570:
gezien
571:
overleggen
572:
neuken
573:
mogelijk
574:
er
575:
na
576:
afdeling
577:
tijdvak
578:
overkomen
579:
gang
580:
eigenwijs
581:
voorziening
582:
overige
583:
afwijking
584:
beurt
585:
bedoelen
586:
allemaal
587:
buitenland
588:
homo
589:
ontmoeten
590:
rijden
591:
enkele
592:
toepassen
593:
gedrag
594:
aanpassen
595:
omstandigheden
596:
aanpakken
597:
kruipen
598:
gelegenheid
599:
gek
600:
oorzaak
601:
zeuren
602:
huwelijk
603:
wat
604:
zal
605:
genezen
606:
daardoor
607:
toekenning van land
608:
inzetten
609:
nogal
610:
ontspannen
611:
netjes
612:
redden
613:
betaalrekening
614:
vereniging
615:
achter
616:
zelfs
617:
bewust
618:
beloven
619:
tonen
620:
staat
621:
Happy birthday
622:
voordat
623:
doordat
624:
begeleiden
625:
schudden
626:
wellicht
627:
scheppen
628:
mits
629:
behouden
630:
moeite
631:
vies
632:
duur
633:
omdat
634:
stelen
635:
vriend
636:
strijken
637:
onthouden
638:
waterpokken
639:
willen
640:
verrichten
641:
bezoek
642:
gericht
643:
-
644:
zo
645:
aansluiting
646:
noemen
647:
rekening
648:
bemoeien
649:
gebied
650:
meisje
651:
gaat
652:
geleden
653:
gemiddelde
654:
wegens
655:
weten
656:
eigen
657:
overig
658:
heet
659:
terechtkomen
660:
overtuigen
661:
uitdaging
662:
lastig
663:
vervallen
664:
behoren
665:
gemeen
666:
toevoegen
667:
bewijs
668:
verband
669:
kader
670:
feestdag
671:
ontsnappen
672:
dag
673:
vreselijk
674:
leren
675:
opstaan
676:
zitten
677:
beheren
678:
belastingdienst
679:
verzorgen
680:
alsof
681:
rij
682:
kennis
683:
opmerking
684:
ontslag
685:
allebei
686:
vermoedelijk
687:
sturen
688:
schenken
689:
taal
690:
vanuit
691:
aantonen
692:
hangen
693:
ervaren
694:
stuur
695:
uitgezonderd
696:
kijken
697:
inschakelen
698:
vrij
699:
allerlei
700:
dinsdag
701:
opleggen
702:
maandag
703:
behalve
704:
naast
705:
thuis
706:
verschijnen
707:
gereserveerd
708:
althans
709:
kopen
710:
gebrek
711:
en
712:
te
713:
beschikbaar geheugen
714:
voorwaarden
715:
aangaan
716:
naartoe
717:
betalen
718:
stijgen
719:
gelukkig
720:
misschien
721:
vergelijken
722:
aanwijzing
723:
toegestaan
724:
zien
725:
vreemd
726:
verhouding
727:
afstand
728:
zuid
729:
vrijwel
730:
aanvankelijk
731:
missen
732:
ontwikkeling
733:
daarvoor
734:
oorspronkelijk
735:
kus
736:
doorgeven
737:
uitleg
738:
scheren
739:
reeks
740:
nodig
741:
ontwikkelen
742:
verdrietig
743:
nooit
744:
verdedigen
745:
tegenover
746:
plaats
747:
regelen
748:
vangen
749:
eerder
750:
droog
751:
trouwen
752:
erkennen
753:
versnellingsbak
754:
verzenden
755:
aardig
756:
deur
757:
afhankelijk
758:
zorgvuldig
759:
verwachten
760:
moet
761:
blijkbaar
762:
goedenacht
763:
zwanger
764:
passen
765:
veel beterschap
766:
berging
767:
waardoor
768:
nu
769:
weleens
770:
trots
771:
duwen
772:
klussen
773:
somber
774:
ergeren
775:
dreigen
776:
marktplaats
777:
waarvan
778:
aflopen
779:
huren
780:
afleggen
781:
knuffel
782:
indienen
783:
afmaken
784:
bezit
785:
gunstig
786:
hoor
787:
goedemiddag
788:
spuiten
789:
ervaring
790:
plezier
791:
helder
792:
aanbieding
793:
slechts
794:
opletten
795:
bos
796:
btw
797:
bewerken
798:
fel
799:
ondertussen
800:
tot
801:
voorzichtig
802:
kennen
803:
overwegen
804:
daarnaast
805:
schaal
806:
band
807:
stil
808:
verhuizen
809:
bestand
810:
vernietigen
811:
witlof
812:
bevelen
813:
vertrouwen
814:
wedstrijd
815:
tocht
816:
bewijzen
817:
huilen
818:
zielig
819:
stappen
820:
opvatting
821:
dalen
822:
vermelden
823:
schat
824:
geslaagd
825:
voelen
826:
gezelschap
827:
toevallig
828:
oordeel
829:
wijk
830:
meneer
831:
onderhouden
832:
bedriegen
833:
gebeuren
834:
spelen
835:
bezoeken
836:
afwijken
837:
storten
838:
bedenken
839:
aanmaning
840:
merken
841:
verzuim
842:
steunen
843:
uitzendbureau
844:
beide
845:
goed
846:
toestaan
847:
plek
848:
pijpen
849:
ongeldig
850:
opmaken
851:
maatschappij
852:
uitgebreid
853:
vergadering
854:
bekijken
855:
snelheid
856:
ontwerpen
857:
spijt
858:
huid
859:
gevoel
860:
spoor
861:
daarbij
862:
te koop
863:
augustus
864:
gevaar
865:
schijnen
866:
gezamenlijk
867:
rond
868:
knijpen
869:
vergissen
870:
houding
871:
weinig
872:
duurzaam
873:
hun
874:
afleiden
875:
schuld
876:
ontbreken
877:
toe
878:
overschrijven
879:
verzamelen
880:
kussen
881:
bang
882:
hanteren
883:
kracht
884:
bijna
885:
schotel
886:
klaar
887:
overnemen
888:
hoedanigheid
889:
verlenen
890:
wagen
891:
verbieden
892:
herinnering
893:
geweld
894:
enige
895:
deel
896:
binnenkort
897:
dossier
898:
koolvis
899:
doei
900:
doel
901:
tot ziens
902:
moeilijk
903:
opzoeken
904:
verbergen
905:
keren
906:
jammer
907:
langs
908:
werkzaamheid
909:
nadat
910:
verstaan
911:
inhouden
912:
heftig
913:
ingangsdatum
914:
tevoren
915:
lijden
916:
uw
917:
nuchter
918:
zakelijk
919:
oplopen
920:
geil
921:
streven
922:
beperken
923:
beeld
924:
handelen
925:
overdracht
926:
sukkel
927:
berekenen
928:
schrikken
929:
plukken
930:
enigszins
931:
onlangs
932:
zacht
933:
slordig
934:
hekel
935:
oplossen
936:
vastleggen
937:
naarmate
938:
zoet
939:
goeiedag
940:
bot
941:
die
942:
forel
943:
zichtbaar
944:
kan
945:
lui
946:
mee
947:
mis
948:
klinken
949:
bestellen
950:
waarde
951:
ver
952:
oplossing
953:
omvang
954:
bereiden
955:
wettelijk
956:
verloren
957:
grondslag
958:
kast
959:
een prettige dag verder
960:
tamelijk
961:
taak
962:
boom
963:
knap
964:
ondersteunen
965:
verzinnen
966:
uitslag
967:
indruk
968:
wortel
969:
moeite doen voor
970:
lijf
971:
sleutel
972:
voorbereiden
973:
misselijk
974:
advies
975:
inhalen
976:
lukken
977:
uitstekend
978:
voorwerp
979:
heffing
980:
strak
981:
vaag
982:
doos
983:
herkennen
984:
bijlage
985:
gezag
986:
inkomen
987:
waarschuwen
988:
gezicht
989:
richting
990:
loonheffing
991:
onderling
992:
schoonheid
993:
inrichting
994:
bleek
995:
poging
996:
dagelijks
997:
eindelijk
998:
bijdragen
999:
feit
»